Het kerstverhaal door de kinderen gespeeld

1. Keizer Augustus in Rome geeft bevel tot een volkstelling:

'Iedereen in het Romeinse rijk moet zich laten inschrijven!'

Dat moet gebeuren in de plaats waar je familie vandaan komt.

2. In Betlehem krijgt Maria haar kind.

In een stal.

Want in de herberg

hadden ze geen plaats kunnen krijgen.

Ze doet haar kind doeken om
en legt het in een voerbak.

4. Ineens staat er een engel van de Heer
in een stralend licht.

Ze schrikken en worden heel bang.

5. Maar de engel zegt: 'Wees niet bang
Ik heb goed nieuws voor jullie.

Vandaag is in Betlehem een kind geboren: Jezus.

Hij is de redder, Christus de Heer.

Ga naar hem toe.

Hij ligt in een voerbak

en is in doeken gewikkeld.

7. Dan zijn de engelen weg.

'Kom,' zeggen de herders tegen elkaar.

'Laten we naar Betlehem gaan.

Kijken wat er gebeurd is.'

Vlug lopen ze naar de stad.

8. Ze vinden Maria en Jozef

en het kind, dat in de voerbak ligt.

Ze vertellen alles wat de engel gezegd heeft.

10. De ster blijft stil staan boven Betlehem
Boven het huis waar het kindje
van Jozef en Maria is.
De wijze mannen zijn erg blij.

12. Ze openen hun kistjes
met kostbare geschenken.
Het is allemaal voor hem:
goud en wierook en mirre.

2. Zo moeten Maria en haar man Jozef op reis.

Helemaal naar Betlehem.

Want daar komt de familie van Jozef vandaan,

daar is zijn verre voorvader, koning David, geboren!

3. In het veld buiten de stad zijn herders.

In de nacht passen zij op hun schapen.

6. Plotseling zijn er nog veel meer engelen.

Ze zingen.

'Geef God in de hemel eer.

De mensen op aarde geeft hij zijn vrede.

Want hij heeft ze lief.'

9. Er komen ook wijze mannen,

uit een ver land.

Ze hebben daar een bijzondere ster gezien
en die ster gaat nu voor hen uit.

11. Ze gaan naar binnen.
Daar zien ze het kind en Maria, zijn moeder.

Ze knielen diep voor hem neer.